Direct naar artikelinhoud
OpinieRondvraag

Kan het een onsje minder, of is aansporen tot gematigde vleesconsumptie pure betutteling?

Het Voedingscentrum wil dat mannen de helft minder vlees gaan eten. Goed idee of betuttelend?

en
Van links naar rechts: Marcus Huibers, Jaap Korteweg, Jord Althuizen en Jan Paul de Wildt.Beeld Remko Kraaijeveld, Ivo van der Bent

Jaap Korteweg, oprichter de Vegetarische Slager: 

‘Het is nuttig dat het gebeurt. Er zijn alleen maar argumenten om te stoppen met vlees eten: het is beter voor je gezondheid, voor het milieu en voor het dierenwelzijn. Het enige argument dat voor vlees pleit, is de smaak. Dat is ook de reden dat ik de Vegetarische Slager ben begonnen, met plantaardig vlees kun je de beleving van vlees behouden. Ik geloof dat dat de enige manier is om mannen af te helpen van hun angst voor een leven zonder vlees.

‘Zelf was ik een enorme vleeseter. Stoppen met vlees was voor mij vergelijkbaar met stoppen met roken. Om mensen ervan af te helpen moet je met een even lekker alternatief komen. Daarom ontwikkelen wij producten als vegetarische frikandellen, kippenvleugeltjes en bitterballen, om mannen het gevoel te geven dat ze niets missen. Uiteindelijk voel je je beter als je bent gestopt. Iedereen weet ergens in z’n achterhoofd dat het ongezond en slecht voor het milieu is, dat geeft je uiteindelijk geen goed gevoel over jezelf.’

Marcus Huibers, Volkskeuken-kok en hoogleraar psychologie: 

‘Het is een belachelijk advies. Dat je waarschuwt tegen roken en drinken snap ik, maar daar houdt het wel op. We weten heel weinig over hoe het nou precies zit met gezondheidsrisico’s van het eten van vlees. Je moet zorgen dat je gezond eet en goed eet. Ik snap het als je als Voedingscentrum zegt: hou op met frikandellen eten, en koop je vlees bij een echte slager in plaats van iets uit een plastic bakje in de supermarkt.

‘Vanuit culinair oogpunt is het ook een vreselijk advies: vlees is heerlijk, vlees heeft vet en dus smaak, vlees is het einde! Het verrijkt ons leven, het heeft allerlei voedingsstoffen die je nergens anders binnenkrijgt. Ik zie heus dat we een probleem hebben op milieugebied, qua vleesconsumptie, dus je kunt het best een dagje overslaan. Maar van vlees eten word je blij. Houd op met mensen te vertellen wat ze allemaal niet mogen, want we mogen al zo weinig.

‘De Vegetarische Slager vind ik een leuk initiatief, maar zelf vind ik er geen klap aan. Als je geen vlees wilt eten, eet dan ook niet iets dat er zogenaamd op lijkt.

Jord Althuizen, oprichter bbq-cateringbedrijf Smokey Goodness: 

‘Het Voedingscentrum heeft gelijk, een onsje minder kan best. Mensen zien mij als carnivore kerel, zo heb ik mij ook in het verleden gepresenteerd. Maar thuis eten we allang niet meer elke dag vlees. Ook zakelijk richten we ons meer op een allround aanbod, met fiery veggies bestormen we nu festivalland. En in onze catering en kookboeken laat ik zien dat vleesloos barbecuen net zo stoer en smaakvol kan zijn.

‘Ik denk dat de campagne zelf averechts werkt, het is betutteling pur sang. Een nobel doel, maar met jolige T-shirts verander je het eetgedrag van kerels niet. In plaats van vrouwen die ‘blijf van m’n lijf’ zeggen, zeggen mannen nu ‘blijf van m’n steak’. Je moet niet beleren, maar verleiden. Vlees is smaak, vlees is structuur. Ribeye van een koe van goeie komaf, goed van smaak en goed gegrild – daar krijg je me niet vanaf. Maar iets als een saucijzenbroodje of een kroket is anders. De Vegetarische Slager maakt goddelijk lekkere producten, dan mis je het vlees echt niet.

‘Vlees moet je bewaren voor speciale maaltijden. Maar nu grijpen bedrijven juist de feestdagen aan om dit onder de aandacht te brengen. Als je Nederland massaal in beweging wilt brengen voor een gematigde vleesconsumptie, moet je met baby steps werken. Zo vind ik ­Meatless Monday een prachtig initiatief. Maar Meatless Saturday, dat werkt niet, dat is juist de dag dat je lekker vlees wilt eten.’

Jan Paul de Wildt, eigenaar van activatiebureau Kumpany: 

‘Het probleem met dit soort campagnes is dat het snel stichtelijk wordt. Deze campagne van het Voedingscentrum heeft een leuke invalshoek, de quotes op de shirts zijn laagdrempelig en sympathiek. Ook slaat een speelse toon doorgaans goed aan bij mannen.

‘De campagnesite zelf ziet er wel weer vrij stichtelijk uit. Ik zou meteen boter bij de vis doen, bijvoorbeeld door een ­video met boegbeelden uit de campagne die gave recepten maken. De sleutel om aan te zetten tot gedragsverandering is ook: keep it simple.

‘De campagne is creatief gezien oké, maar mist een beetje momentum. Ik had zelf gekozen voor bijvoorbeeld ­Vaderdag of het zomerseizoen, ik betwijfel of de winter de meest succesvolle ­periode is om de T-shirts te lanceren. Een ander bezwaar is dat dit soort campagnes vrij randstedelijk georiënteerd zijn. De vraag is dan of het niet te veel gericht is op een doelgroep die zich al wat meer dan gemiddeld bewust is van dit thema.

‘Toch kan deze campagne op de lange termijn impact hebben. Dan is het wel goed om andere belangrijke stakeholders, zoals fastfood- en retailketens, aan dit campagnemotto te binden. En om, net als bij bijvoorbeeld de succesvolle Bob-campagne, er een meerjarige campagne van te maken met steeds weer nieuwe prikkels, zoals verschillende designs van de shirts. Bij zo’n onderwerp dat langzaam verschuift, moet je niet één keer de steen in de vijver gooien, maar een lange adem hebben.’